Bij valpreventie

Vallen kan grote mentale en of fysieke gevolgen met zich meebrengen, met name voor ouderen. Het vallen kan fysieke of geestelijke oorzaken hebben, zoals; evenwichtsstoornissen, duizeligheid, evenwichtsstoornissen, verminderde mobiliteit en of spierkracht etc.  

De gevolgen van het vallen kunnen invloed hebben op mobiliteit, zelfredzaamheid, zelfstandigheid en zelfverzekerdheid in de verplaatsing van een cliënt. Hierdoor is het van belang dat vallen zo veel mogelijk voorkomen wordt. Een ergotherapeut zal de valgevaren observeren binnen de omgeving van een cliënt. Hierbij wordt gekeken naar transfers en de verplaatsing binnen- en buitenshuis. Het maken van transfers wordt meegenomen in de observatie, omdat hier vaak grote valgevaren ontstaan. Bijvoorbeeld als mensen opstaan zonder (voldoende) steunname. 

Een ergotherapeut zal adviezen opstellen richting valpreventie die passend zijn bij de cliënt om meer veiligheid te creëren. Adviezen kunnen gegeven worden op het gebied van bijvoorbeeld loophulpmiddelen, inrichting van de omgeving, hulpmiddelen om de transfer veiliger te maken en te vergemakkelijken (wandbeugels, leuningen, etc.).  
Een ergotherapeut kan een WMO- aanvraag doen bij de gemeente om eventuele vervoersvoorzieningen binnen- en buitenshuis te laten vergoeden, bij goedkeuring. Vanuit ons worden er gewenningslessen aangeboden.  

Praktijkvoorbeeld: 

Sacha is een vrouw met progressieve neuropathie en motorische uitval in de onderste extremiteiten. Verder heeft ze verminderde kracht in haar hand door een carpaal tunnel syndroom. Hierdoor is mevrouw rolstoelafhankelijk. Mevrouw heeft momenteel een transport rolstoel, waarbij ze veel vermoeidheidsklachten ervaart en zich voor langere afstanden niet voort kan bewegen. Samen met Sacha hebben we haar wensen en beperkingen in kaart gebracht. Vervolgens zijn de mogelijkheden besproken en is er een WMO- aanvraag gedaan bij de gemeente voor een elektrische rolstoel. Door de elektrische rolstoel kan Sacha zich binnen- en buitenshuis verplaatsen, waardoor ze meer regie heeft over haar eigen leven. Ze kan haar sociale contacten opzoeken en activiteiten ondernemen als bijvoorbeeld het doen van de boodschappen of het bezoeken van de kerk.